Om het inzetten van studenten in de zorg- en onderwijssector te vergemakkelijken heeft de wetgever beslist dat de uren die een student presteert in deze sectoren tijdens het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021, niet meetellen voor het contingent van 475 uren per jaar. Deze maatregel wordt genomen om de werkdruk in deze sectoren te verlichten. Dit geldt bijgevolg niet voor de andere sectoren. Daarbij komen alle gepresteerde studentenuren in de genoemde sectoren tijdens het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021 nog steeds in aanmerking voor de voordelige solidariteitsbijdrage. De gewone aangifteregels blijven gelden, met name een Dimona ‘STU’.

De onlineteller waar het resterende aantal uren in het contingent geraadpleegd kan worden, zal tegen 13 november 2020 aangepast worden.